Gelet op artikelen van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen Gelet op de omzendbrief dd 15.02.2019 KB/ABB 2019/2 betreffende de gemeentefiscaliteit van Vlaams minister van binnenlands bestuur, L. Homans›
Gelet op het Arrest van het Grondwetteliik Hof (nr. 189/2011) van 15 december 2011 volgens hetwelk de gemeente niet verboden wordt de economische activiteit van de telecomoperatoren die op het grondgebied van de gemeente verwezenlijkt wordt door de aanwezigheid van gsm-pylonen, -masten of —antennes die voor die activiteit worden aangewend, te belasten om budgettaire redenen of andere redenen›
Overwegende dat masten en pylonen als landschapsverstorend worden ervaren en derhalve hinder meebrengen voor de plaatselijke gemeenschap›
Overwegende dat het billijk is dat met het oog op de financiering van de algemene
dienstverlening een specifieke bijdrageplicht ten laste van de eigenaars van masten en pylonen wordt ingesteld›
Overwegende dat er geen belasting geheven wordt voor masten en pylonen die geplaatst worden op het grondgebied met het oog op het voortbrengen van energie op alternatieve wijze (windmolens en andere vormen van groene stroom), aangezien het milieu- vriendelijk aspect daarvan ruimschoots opweegt tegen het hinderlijk karakter daarvan; Overwegende dat masten en pylonen dienstig voor de verlichting van sport- en
recreatieterreinen (bv. voetbalveld, tennisveld) worden vrijgesteld, gelet op het maatschappelijk nut van deze activiteiten en aangezien deze terreinen veelal worden uitgebaat door verenigingen zonder winstoogmerk, die zonder subsidie niet kunnen bestaan, zodat het gemeentebestuur deze activiteiten wil ondersteunen›
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen›
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen
Art l— Voor de aanslagjaren 2025 tot en met 2031 wordt er een jaarlijkse belasting van 3000 € geheven per mast of pyloon die zich op haar grondgebied bevindt in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
- Mast: een verticale structuur, ongeacht de hoogte, die geplaatst wordt op een dak of een andere bestaande constructie met een hoogte van minimaal 15 meter, verticale structuur inbegrepen
- Pyloon' een individuele verticale constructie die opgericht wordt op niveau van het maaiveld met een hoogte van minimaal 15 meter
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de masten en pylonen.
Artikel 3
De belastingplichtige ontvangt van de gemeente een aangifteformulier dat door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier ontvangt is eveneens gehouden om een aangifte in te dienen d.m.v. een behoorlijk ingevuld en ondertekend aangifteformulier dat beschikbaar is op de website van de gemeente, alsook in het gemeentehuis.
De uiterlijke indieningsdatum van de aangifte, zowel voor zij die een aangifteformulier hebben ontvangen als zij die er geen ontvingen, is 1 oktober van het aanslagjaar.
Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
De belasting is ondeelbaar: er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan als de mast of pyloon in de loop van het jaar wordt weggenomen.
Artikel 4
Worden vrijgesteld van deze belasting:
Constructies voor de productie van windenergie of andere vormen van groene stroom
- Masten en pylonen die dienstig ziin voor de verlichting van sport- en recreatievoorzieningen.
Artikel 5
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 3 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingverordening met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De ambtshalve belastingaanslag zal worden verhoogd met 20%, 50%, 100% of 200% al naargelang het een eerste, tweede derde of vierde en volgende overtreding betreft.
Artikel 6
De belasting en de verhoging wordt ingekohierd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete, een bezwaarschrift indienen bij de bevoegde overheid, die handelt als administratieve overheid.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
De bevoegde overheid of een personeelslid dat door de bevoegde overheid speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, ziin vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel beheerder. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger dat in het bezwaarschrift heeft gevraagd, zal de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger uitgenodigd worden op een hoorzitting.
Artikel 8 De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking van het reglement op de webtoepassing van de gemeente.