Besluit  Gemeenteraad

Feiten en context

Er wordt een retributie geheven op de afgifte van administratieve stukken. De tarieven worden vastgesteld in een retributiereglement.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen een eerste aflevering, een duplicaat, een levering met spoed en een levering met superspoed.

De bedragen worden afgerond volgens de afrondingsregels.

Sinds 18.02.2025 werd het retributiereglement op de afgifte van administratieve stukken (identiteits- en verblijfskaarten, paspoorten en rijbewijzen) in de gemeenteraad vastgelegd volgens de afrondingsregels:

- een marge van 30% op de productiekost. Dit met een maximale prijsstijging van 50 euro en geen prijsverlaging

Op 16/04/2025 ontving de dienst burgerzaken een nieuwsbrief van DVZ met de volgende bemerkingen: voor de afgifte van verblijfsvergunningen en documenten kunnen gemeenten beslissen een retributie te heffen; dit valt onder de gemeentelijke autonomie. Deze “heffingsautonomie” is niet absoluut. Verschillende wettelijke en/of reglementaire bepalingen beperken namelijk deze autonomie:

Allereerst is er de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfsbelastingen voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953, die in artikel 2, § 1 bepaalt dat gemeenten retributies mogen innen voor de afgifte, vernieuwing, verlenging of vervanging van verblijfsvergunningen en documenten. Deze bepaling beperkt ook het bedrag van die retributie door expliciet te bepalen dat ze "gelijk zijn aan die welke gevorderd worden van Belgische onderdanen voor het afleveren van identiteitskaarten".

De dienst Burgerzaken rekent op dit ogenblik hogere tarieven aan voor de verblijfskaarten van niet Belgen omdat de productiekosten ook hoger ligt dan bij de identiteitskaarten voor Belgen.

Het retributiereglement zou bijgevolg moeten aangepast worden met de volgende regels:

- een marge van 30% op de productiekost. Dit met een maximale prijsstijging van 50 euro en geen prijsverlaging

- de retributie voor de verblijfskaarten voor niet-Belgen moet gelijk zijn aan de retributie gevorderd aan Belgische onderdanen

Regelgeving

• Het decreet lokaal bestuur dd 22.12.2017 en latere wijzigingen.
• Het decreet van 28 april 1993 en latere wijzigingen.
• Het Koninklijk Besluit van 25 maart 2003 dat ertoe strekt uitvoering te geven aan de wet van 25 maart 2003 tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten, en latere wijzigingen.
• De wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing.
• De omzendbrief van 11 juli 2018 (Publicatie B.S. 18/07/2018) betreffende de wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waar bij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan worden geregeld.
• Het Ministerieel Besluit van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar en de kaarten en verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en latere wijzigingen.
• Het raadsbesluit dd 18.02.2025 Retributie op afgifte administratieve stukken dienst Burgerzaken